Op het immense podium van de grote concertzaal schikte Richard Venlet, bij wijze van scenografie, pratikabels op verschillende hoogtes in een enorme kring, Als vanzelf zoekt het publiek er een plaatsje. Aan de ingang, waar je tussen de schavotten de kring betreedt, liggen een batterij megafoons, keien en andere spullen te wachten. De dansers en de muzikanten zitten gewoon tussen het publiek. Licht komt van dan nog helwitte led panelen die achter de kring opgesteld zijn, maar ook van lampen hoog in de toneeltoren. Die lichtinstallatie van Ofer Smilanskyverandert voortdurend van intensiteit en kleur, en creëert zo een steeds wisselende stemming.
Marie Goudot opent het stuk op een ontwapenend eenvoudige manier. Ze veert recht, wandelt met een net niet haastige tred naar het midden en keert zich naar één zijde van de kring. Ze opent haar handen, strekt ze vooruit en zegt ‘Light’. Ze heft haar handen even, laat ze zweven en brengt ze dan met een ruk naar boven terwijl haar hoofd weg zwenkt, als door een plotse windstoot. ‘As a wave’, voegt ze eraan toe. Dat ene motief toont ze nu nog drie of vier keer, telkens in een andere richting. Die rechtstreekse aanspreking van het publiek om haar heen betrekt het meteen bij het spektakel, als omstaanders of zelfs getuigen van wat te gebeuren staat.
Daarna neemt Ruben Martinez Orio voor wat wel een eeuwigheid lijkt het speelveld over. Onder een microfoon die boven het podium hangt bespeelt hij een triangel op elke denkbare manier. Hij laat ze soms voluit resoneren of dempt ze, laat ze sneller en nog sneller rinkelen. Door elektronische manipulatie dringt de klank steeds sterker in je oor door. Nog tijdens dat triangelconcert neemt Amanda Barrio Charmelo de rol van Goudot over, met een gelijkaardige sequentie van gebaren. Als in canon ontwikkelt ze dan met Goudot een heel gebarenlexicon, een tekentaal.
Marina Delicado vervoegt hen als derde. Haar mouwloze latex topje en spannende broek verschilt als dag en nacht van de haveloze T-shirt vol gaten van Goudot of de vlekkerige bloes van Barrio Charmelo. Ze delen gebaren, maar ze zijn als personage erg verschillend. Pas als Delicado een metalen staaf ter hand neemt besef je dat ze in de eerste plaats een muzikante is. Ze haalt er een hoge, ijle klank uit door er zacht over te wrijven. Michael Schmid geeft haar weerwoord met een zelfde, maar langere staaf. Tom Pauwels valt in met ijle gitaarklanken. Mohamed Toukabri springt als laatste bij met een verbluffende act. Hij loopt achterwaarts een kleine cirkel af. In de eerste helft ervan kantelt zijn rug achterwaarts, in de tweede valt hij net niet voorover maar steunt op zijn handen en maakt dan een verrassende spin.
Het is onbegonnen werk om te beschrijven hoe deze zes performers vervolgens blijven interageren. Waar eerst de muzikanten mee dansten, gaan de dansers later mee muziek maken, bijvoorbeeld met mondharmonica’s versterkt door megafoons of met keien die ze ritmisch op elkaar slaan. Het is de klankkleur van een protestmars, maar dan in een uitgepuurde, geabstraheerde vorm, zonder de chaos van echte protestmarsen. Een zorgvuldig opgebouwd spel van klank en beweging.
Er duiken ook andere instrumenten op zoals een pauk (Orio) of een dwarsfluit (Schmidt), maar haast nooit worden die op conventionele wijze bespeeld. Het is de performers duidelijk te doen om bijzondere klankkleuren en -sferen, waar op sommige momenten een zuiver elektronische score overheen gaat.
Er volgen vele scènes die op één of andere wijze alluderen op protestmarsen. Zo ontplooien Barrio Charmelo en Toukabri een enorm wit doek. het is een banner om mee te dragen in een betoging, maar dan zonder tekst. Goudot glipt er telkens weer onderdoor terwijl de banner het podium oversteekt in de ene en de andere richting, tot Barrio Charmelo en Toukabri ze weer plechtig dichtvouwen.
Uiteindelijk lost het onderscheid tussen muzikanten en dansers quasi helemaal op in een rituele, zelfs plechtige rondedans, waarbij ze unisono bewegen. In een gezamenlijke krachtinspanning duwen de performers telkens één van het de lucht in. Waarna elk weer zijns weegs gaat. Het is een haast meditatief beeld, deze betoging zonder doel, zonder slogans, puur gebaren en klanken. Maar het toont wel de macht en overtuigingskracht van een groep mensen die eendrachtig handelen. Het is een blauwdruk van een andere wereld.