Professor Bad Trip / An Index of Metals : press review

   

De Standaard, Maarten Beirens, December 4th, 2001, "Like a Sonic Youth version of Bach"

(about "Bad Trip in Brussels" - Romitelli, Neuwirth, Maresz)

The Ictus Ensemble concerts in the Kaaitheater are a permanent fixture in contemporary music. Every aspect is outstanding, from the stage setting (with the restrained but atmospheric lighting effects by Tom Bruwier), through the skill of the performance, to the enthusiasm of the audience. But these concerts are most of all striking for the originality of their programme. This concert was no exception.

Under the title Bad Trip in Brussels, Ictus brought together works which owe something to various sorts of pop and rock music. Amplification was everywhere and live electronics were by no means avoided either. The result was varied, playful, sometimes humorous and provocative. The concert’s title was taken from the most substantial work on the programme, Professor Bad Trip by the Italian Fausto Romitelli.

This work has a somewhat psychedelic atmosphere, seeks out the rough, destabilising corners of rock music and comes up with plenty of electronics, electric guitar and bass and ear-splitting amplification. The virtuoso cello solos of François Deppe sounded like pieces from a Bach suite as arranged by Sonic Youth. In short, the whole work had a deliberately hallucinatory quality. Alongside this, Olga Neuwirth’s La vie... ulcerante came across as rather subversive, with the ambiguous sound of two counter-tenors and an electronically manipulated ensemble. This piece gives a nod to both banal pop music and grating contemporary sounds.

The two solo pieces on the programme seem to tackle more serious themes. In Yan Maresz’ Metallics, the trumpet-player Philippe Ranallo was absorbed into a flood of electronically manipulated excerpts from his own outstanding playing. Helmut Oehring’s piece Fox Fire eins refers to the first of the three injections used for executions in the United States. The alternative playing techniques and the strict march time also make this a sombre work, although it is very reminiscent of Lachenmann’s Salut für Cauldwell. The guitarist Tom Pauwels also played at the highest level all evening.

   

Die Presse, Wien, 02-12-2004**Kritik Wien Modern: Im Hochofen (Romitellis "An Index of Metals")

Handlung dieser Video-Oper? Keine, wozu auch. Es geht um Metall und Licht. Die einzige Sängerin verschleift ihre Linien, flüstert durchs Megafon, ganz ins Ensemble integriert, steuert amorphe Klänge von wechselndem Verschmutzungsgrad bei, die die Pracht der Videos spiegeln: Ein irrlichterndes Ballett von Funken und Farbbrechungen, oft inspiriert von Geometrien M. C. Eschers. Es schimmert und gleißt in Messing und Gold, man scheint an Bürotürmen auf und ab zu rasen; wie Amöben huschen Quecksilbertropfen - doch wo gehobelt wird, fallen nicht nur Eisenfeilspäne: Dosenmüll, durch die Aufbereitungsanlage gedreht, liefert den Kontrapunkt.

Mit Glacéhandschuhen hat auch Fausto Romitelli (1963 bis 2004) sein Material nie bearbeitet. Eine Musikmaschine setzt er da in Gang, starkstrombetrieben, öltropfend, mit anfangs knarzendem Räderwerk, schließlich wie am Schnürchen laufend und irisierende Klänge schaffend, mit saftigen E-Gitarren und nostalgischem LP-Knistern vom Band. Das Ictus Ensemble leistete ganze Arbeit am akustischen Hochofen. Bloß der Trance-Zustand, der Romitelli vorschwebte, wollte sich in der Guckkasten-Situation im Museumsquartier nicht recht einstellen. Für eine der anregendsten Stunden bei Wien modern reichte es. wawe

   

Corriere della Sera - Enrico Girardi -13.10.2004**L’ipnosi elettronica di Romitelli (Index of Metals)

“An Index of Metals” dell’ autore scomparso a primavera

Quando la morte si porta via un artista nel fiore degli anni si tende a sopravvalutarne le opere, come per un inconscio desiderio di compensare la perdita. Ma non sembra che il gran successo della prima italiana di “An Index of Metals” di Fausto Romitelli possa esser stato influenzato da cio. Piuttosto, s’e eseguita un’ora di musica rapinosa, originale, viva. Trattasi di un ‘light show per voce, ensemble, proiezioni ed elettronica’, il cui titolo s’ispira a un pezzo di Brian Eno. Un’opera che non narra storie ma vive del senso d’ipnosi e di trance generato da violenti processi di iterazione, distorsione e saturazione della materia sonora, tipici della poetica del goriziano (si ricordi il ciclo “Professor Bad Trip”) scomparso in primavera a 41 anni. Poiche tre schermi proiettano immagini per lo piu astratte, in sincrono con la musica e soggette agli stessi procedimenti di elaborazione, l’effetto e d’una singolare parodia dei “light shows” anni ‘60 (o, volendo, dei “rave party” di oggi), abitata da varie memorie colte e rock (Pink Floyd, Hendrix, la musica psichedelica), cucite pero dall’autore con abilita formale da fuoriclasse. Ottimo l’ensemble Ictus diretto da Georges-Elie Octors. E adeguata la voce di Donatienne M. Dansac, che canta tre song “metallici” su testi di Kenka Lekovich.

  

Trouw (NL) Anthony Fiumara, 10 januari 2009**

An Index of Metals
 
Lijfelijkheid en slagkracht van een rockgroep zonder slagwerk

De Milanese componist Fausto Romitelli (1963-2004) heeft door zijn vroege overlijden nooit de kans gehad om bij een groter publiek bekend te raken. Met ’An Index of Metals’ (2003) componeerde hij zijn zwanenzang voor het Belgische ensemble Ictus. De eerste uitvoering van de multimediale liedcyclus vond enkele maanden voor zijn dood plaats. In de tussentijd is Romitelli een geheimtip geworden. In het op Frankrijk gerichte Vlaamse muziekleven vindt Romitelli’s taal waarschijnlijk een vanzelfsprekende plek. Het Amsterdamse Muziekgebouw bleek donderdag bij de Nederlandse première matig bezocht – opmerkelijk voor de anders beter gevulde Donderdagavondserie. En vooral jammer, want ’An Index of Metals’ is een spiritueel testament dat een breed publiek zou moeten bekoren.

Romitelli experimenteert met sonore klankmassa’s waarin harmonie en klankkleur versmelten, met de akoestische suggestie van elektronische klanken, met het samenpersen of het uit elkaar trekken van muzikaal materiaal en met de mate van verzadiging van die klanken.

Vanuit dit speelterrein legde Romitelli in ’An Index of Metals’ verbindingen met de alternatieve popmuziek en de psychedelische rock. Compleet met associatieve film op drie doeken boven het podium. Ook in die beelden de vervorming, filtering, herhaling, verzadiging en vernietiging van het figuratieve.

Zo opende Romitelli’s ’Index’ – na herkansing vanwege haperende techniek – met een steeds weer opnieuw opstartende Pink Floyd-sample; er klonken elektronische overgangsfragmenten van techno-artiesten zoals Pan Sonic, athletische Kate Bush-zanglijnen met deathmetal-teksten voor sopraan Donatienne Michel-Dansac, en een obsessieve elektrische gitaarcadens voor supergitarist Tom Pauwels. Het niet al te grote bezette Ictus had tegelijk de lijfelijkheid en slagkracht van een rockgroep zonder slagwerk.

Je hoorde ook wie Romitelli’s voorbeelden uit de klassieke muziek moesten zijn geweest (Tristan Murail, Gérard Grisey, Iannis Xenakis). Binnen die hallucinerende, noise-achtige openstapeling van virtuoos geïnstrumenteerde klanken hoorde je bij vlagen een soevereine stem doorbreken.

Met een indrukwekkend rauwe improvisatie van Pauwels eindigde de ’index van metalen’ in een klinkende oxidatie. De laatste wrede klank werkte – met terugwerkende kracht – veelbetekenend: het kort brommende geluid van Pauwels’ ontkoppelde gitaarplug verbrak abrupt de vijftig minuten durende euforische trance.

   

Koen Van Meel, 16.12.2006, Kwadratuur

Fausto Romitelli, An Index of Metals

Het begint allemaal met een plaatopname van 'Shine on You, Crazy Diamond' van Pink Floyd. Alleen, de plaat wil maar niet op gang komen: keer op keer wordt ze opnieuw opgestart, steeds voor een langere tijd en steeds volgen de verschillende pogingen elkaar sneller op. Het mag snel duidelijk zijn: 'An Index of Metals' is geen eerbetoon van een klassieke componist aan de helden uit zijn jeugdsentiment, al was het maar omdat de Italiaan Fausto Romitelli – die het werk schreef in de laatste weken van zijn leven – zijn eigen werk geregeld onderbreekt voor abstracte elektronische interludes die hij in bruikleen kreeg van het Finse elektronicaduo Pan Sonic. Toch wordt het werk ook geen techno voor de hippe klassiekers, noch een soundscape. Het rockt zelfs niet en is evenmin een eclectische puzzel. Wat is 'An Index of Metals' dan wel? Een tv-opera die klinkt als een uiterst explosief mengsel van elektrische (bas)gitaar, sampler, blazers, strijkers, piano en vrouwenstem. In combinatie met, maar ook zonder de beelden op de dvd flirt het werk met uitdagende abstractie, maar explodeert het even goed in exuberante dramatiek, waarmee het het beste en het meest toegankelijke laat horen van wat het raakvlak tussen elektronica, rock en klassiek kan opleveren. Romitelli's muziek klinkt hier nooit goedkoop, maar des te pakkender, waardoor 'An Index of Metals' een onvergetelijke trip wordt die de luisteraar van energie én pure schoonheid steil achterover in de zetel duwt.

Door de combinatie van de soms minimalistische tussenstukjes van Pan Sonic en de stevig georkestreerde stukken van Romitelli zelf wordt het gevaar van een gefragmenteerd geheel reëel. Door de tracks in elkaar te laten overlopen en door de flexibele stijl van Romitelli wordt dit gevaar echter van meet af aan geneutraliseerd, waardoor de luisteraar meegezogen wordt in de dynamiek van het geheel. Deze betrokkenheid wordt nog vergroot door de herkenbare evoluties die zich in de muziek voltrekken en die ook voor leken perfect volgbaar kunnen zijn. Zo is in 'Hellucination 1' te horen hoe de muziek geleidelijk aan smelt. Vertrekkend vanuit een zuchtend geluidseffect (het wrijven over een buis), dat overgenomen wordt door de strijkers, zet zich een neerwaartse spiraal in gang waarbij het geluid van vast naar vloeibaar schijnt te evolueren: van duidelijk afgelijnd in het begin naar dikker en eerder stroperig op het einde. Opvallend hierbij is dat Romitelli werkt met een duidelijke, quasi consonante akkoordstructuur wat voor een aangename herkenbaarheid zorgt zonder dat de spanning opgeofferd wordt. Op het einde dreunt de elektrische gitaar alle anderen weg en veegt hij het auditieve podium leeg voor een 'Intermezzo' van Pan Sonic.

Het daarop volgende 'Drowning Girl II' is van een andere orde en klinkt veel dreigender. Door de meer operagerichte stem en de elkaar steeds doorkruisende instrumentpartijen ontstaan dreigende golven. Aanvankelijk lijken die heel bescheiden, maar de optelsom van alle kleine bewegingen lijkt – in de beste catastrofetheorie – een heuse tsunami aan te kondigen. Die komt er ondanks alle dreiging niet, maar de schrik zal er bij de luisteraar dan al voldoende in zitten. Terecht, zoals blijkt in 'Drowning Girl III' waar een verpakking van harmonische wolken niet kan verhullen welk een lugubere spanning er in de centrale melodie schuilt. De muziek lijkt wel te verdrinken in haar eigen wirwar van thema's en tremolo's en eindigt alsof ze half bewust in het water zweeft.

Via het 'Adagio' – waarin de strijkers en blazers ongrijpbaar voorbij drijven en flitsen – en het laatste Pan Sonic 'Intermezzo' belandt 'An Index of Metals' bij het verpletterende dramatische hoogtepunt, waarbij vooral zangeres Donatienne Michel-Dansac een even essentiële als dubieuze rol speelt. Door de strofische en dus gemakkelijk te volgen muziek met een musicalachtige helderheid te zingen lokt ze de argeloze luisteraar naar haar toe. Op het einde van elke strofe duwt ze die echter bruusk achteruit door de laatste lettergreep uit te spuwen als een vloek, daarin bijgetreden door de elektrische gitaar. Na elke uithaal vliegen de instrumenten verschrikt op als een groep vleermuizen. Wanneer de zangeres geleidelijk aan overschakelt naar een meer operagerichte stem wordt de dramatiek opgepompt. Bij het dreunen van het orkest en vooral de elektronische bas en basgitaar bereikt het stuk tenslotte een verzengende climax, waarbij het einde der tijden aangebroken lijkt. De hallucinante ontstoring zet zich door in de 'Finale' om te culmineren in een noisemuur die plots afgebroken wordt, waardoor de luisteraar weggerukt wordt uit een wereld waar daarvoor geen ontkomen aan was. Pas dan wordt duidelijk welke buitengewone greep Fausto Romitelli en Ictus op de luisteraar gekregen hebben. Was het niet voor de fascinerende luisterervaring, dan was dit zeker een reden tot ongerustheid.

De videobeelden op de dvd – in twee formaten en met geluid in surround – sluiten in al hun abstractie mooi aan bij de muziek zonder die slaafs te volgen. Dit op zich is al een hele verademing in de hedendaagse muziek/beeldcultuur waarbij veelal nutteloze visuals als excuus worden ingeroepen om concerten ook visueel prikkelend te maken. De lichtslierten, krassen, lijnen, transformerende vormen, bewegingen, of zwermende kwikdruppels die elkaar bij 'An Index of Metals' treffen en dan in elkaar overlopen, ogen in combinatie met de muziek echter heel relevant. Wanneer de muziek sneller smelt, beginnen ook de beelden vloeiender te worden; wordt de muziek polyfoon, dan beginnen psychedelisch roterende figuren open en dicht te plooien. In de 'Finale' tenslotte krijgt de toeschouwer bergen afval dat gerecycleerd wordt te zien, zoals in dat deel ook muzikaal materiaal uit het werk herontdekt wordt

In het soms al te gemakkelijk bewandelde gebied van klassiek, rock, elektronica en videobeelden mag het verbluffende 'An Index of Metals' gelden als een nieuwe norm: even onvergetelijk voor de luisteraar/toeschouwer als dodelijk voor de concurrentie.

Koen Van Meel

   

Greet Van 't veld, KNACK, March 2006

   
An Index of Metals, Romitelli-Pachini
5/5 : Hedendaags Klassiek. Twee jaar geleden speelde Ictus de bevreemdende video-opera 'An Index of Metals' al op het festival Ars Musica, nu staat hij op cd. Niet te missen.

Niet schrikken als je deze cd in de lader hebt gestopt, en je even daarna Shine On You, Crazy Diamond van Pink Floyd tien keer hoort stilvallen en weer optrekken. Dat hoort zo. Destructie en wedergeboorte vormen het thema van An Index of Metals. Die wetenschap heb je echter niet nodig om van deze klankorgie van 50 minuten voluit te kunnen genieten. Fausto Romitelli, Italiaan, leerling van Donatoni, lijkt kort voor zijn dood in 2004 - hij was pas 41 - wel een totaal nieuwe muziek te hebben uitgevonden. Tonale muziek nog wel! En of je ervan houdt of niet, er onverschillig bij blijven is redelijk moeilijk. Ze grijpt naar de keel en is zelf ongrijpbaar. Romitelli werkt nochtans met herkenbaar materiaal (elektrische basgitaar, akoestische strijkers en blazers, stem, elektronica) en beproefde technieken (spectralisme, sampling). De combinatie levert echter iets volstrekt origineels op. An Index of Metals vertrekt vanuit de (onderbroken) stilte en legt een meeslepend parcours af langs vijf etappes. De stem van Donatienne Michel-Dansac zingt de ene keer etherisch zoals de Schotse zangeres Enya, de andere keer met een volronde operastem. Popmuziek is nooit veraf. In zijn werknotities heeft Romitelli het over trancefenomenen van sommige hedendaagse expressievormen zoals light shows uit de jaren 60 en rave party's.

De beelden van Paolo Pachini en de tekst van Kenka Lékovich Drowningirl/Risingirl maken het nog hallucinanter. Dit is hedendaagse kunst die nu eens echt aansluit bij de hedendaagse tijd. Ze vertelt over overconsumptie, verdwazing, verdrinking. De chaos op het einde met alleen nog maar noise en daarbij de beelden van tuimelend afval in een recycleerton is van een ijskoude schoonheid. Romitelli noemt componeren iets visionairs en beschouwt klank als materie. Hoe hij erin slaagt, is wonderlijk, maar hij maakt de klank fysiek voelbaar. De instrumentenklank, de samples en de schitterende montages bewijzen weer dat Ictus een topensemble is.

Greet Van 't veld
  
 

De Standaard, March 2006

An Index of Metals, Romitelli-Pachini

Romitelli. Hij was 41jaar. Romitelli toont zich in deze opera, die als zijn muzikaal testament wordt beschouwd, een origineel componist. Uit de brede waaier aan invloeden waaruit hedendaagse componisten kunnen putten, ontwikkelde hij een heel directe en energieke toonspraak. Dat bleek al in de bruisende Professor Bad Trip-cyclus. De onversneden rockinvloeden van An index of metalszijn minder agressief dan in Professor Bad Tripen leunen dichter aan bij de seventiespsychedelica, inclusief citaten van The Doors en Pink Floyd. Er wordt gesampled uit cd’s van het Finse technocollectief Pan Sonic en naar het einde toe voegen de elektrische gitaar en bas steeds meer overstuurde klanken en ruis toe. Toch is dit een veeleer intiem werk, met enkele gedichten van Kenka Lekovich als uitgangspunt, gezongen door de serene sopraan Donatienne Michel-Dansac.

De zuiver instrumentale delen geven commentaar op die zang. Het resultaat is fascinerende muziek, die door zijn eclectische aanpak onvoorspelbaar, veelgelaagd en subtiel is. Het Ictus Ensemble heeft in de loop der jaren een innige band opgebouwd met de muziek van Romitelli en dat merk je aan de rijpheid van deze vertolking.

Omdat de beelden van videast Paolo Pachini een essentieel onderdeel vormen van deze video-opera vind je in het doosje ook een dvd van het werk. Pachini creëert een al even psychedelische beeldtaal. Door dingen van extreem dichtbij te filmen worden de beelden onherkenbaar, zodat er enkel een elegant ballet van lichtflitsen, kleuren en lijnen overblijft. Leuk, maar ook maniëristisch en vrijblijvend. Gelukkig kan Romitelli’s muziek wel de aandacht vasthouden.

(mb)

    

Bertand Bolognesi, Anaclase, janvier 2005

An Index Of Metals

Romitelli observe activement l'explosion de la musique populaire anglo-saxonne dans années soixante, contaminant son esthétique avec brio, jusqu'à inventer une sophistication plus complexe encore, et qui pourtant se fait diablement entendre. Plus que d'accueillir la transe de Sonic Youth, la techno de Aphex Twin, le trip hop de Portishead, le brouillage de Sigur Rós, le trash rock incantatoire de PJ Harvey, cette musique en accumule génialement les nutriments avec un don terrible de la multiplication et de l'hybridation qui distord comme aucun autre toute idée d'une écoute confortable de notre part.

Georges-Elie Octors est un des grands prêtres d'une étrange cérémonie, à la tête de l'ensemble Ictus étroitement lié au compositeur. Sur trois écrans, les images de Paolo Pachini et Leonardo Romoli suivent les alliages et les croisements musicaux en formant d'extraordinaires synapses, traces lumineuses, reflets, impressions aquatiques, mouve-ments comme raclés, déroulés de plus en plus rapides d'architectures devenues plis, circonvolutions, bourrelets, ou au contraire nombre infini et sans chiffre, s'ouvrant vers autant d'états modifiés de consciencerendus possibles, vertigineusement nauséeux.

(...) Aujourd'hui, Donatienne Michel-Dansac est tout simplement méconnaissable ! On sait bien le dosage personnel de ses prestations, entre un engagement certain et une discrétion dévouée ; ici, elle nous emporte et nous hypnotise, et peu à peu se laisse sacraliser jusqu'en la contingence microphonique elle-même. Tour à tour pop star provocatrice et diva vibrante, elle transcende les matériaux compositionnels, con anima pourrait-on dire, donnant vie à un organisme monstrueux : An Index of Metals...

   

Pierre Hemptinne, à découvert, mars 2006 (la médiathèque, bruxelles)

An Index Of Metals bat le fer musical jusqu'à la flamme

Voici une oeuvre actuelle, savante et audacieuse, qui a un potentiel « grand public ». Elle pourrait faire la une des JT. Être discutée dans les magazines branchés, faire incursion dans des émissions de variétés, voire people, alimenter analyses, polémiques, ragots, avec des « pour » et des « contre » acharnés issus de toutes les scènes musicales. C'est trop rare ! Une oeuvre qui déborde et gicle une immense naïveté esthétique, naïveté de croire que l'on peut décloisonner. On découvre ainsi que nous manquent cette fraîcheur et son corollaire, la faculté de croire qu'une oeuvre peut changer des choses. (...) Résurgence flamboyante, parfois indigeste, de romantisme rimbaldien, impulsée par un jeune compositeur décédé à 41 ans, exalté et torturé par l'absolu. De formation classique (Donatoni, Grisey, Ircam), affilié à l'école « spectrale », il agence des matières qu'il chauffe jusqu'à l'élasticité, puisant dans des réservoirs de sons jugés souvent antinomiques. Il malaxe des contraires culturels pour le goût des étincelles, des artifices. Un artiste qui exploite son bagage classique sans renier sa culture musicale d'immersion : la pop, le rock, le psychédélisme, la techno, l'électronique, la noise, le bruitisme et sa dimension sociale (« L'écriture musicale est un outil d'enquête du réel », Fausto Romitelli). P. H.
   
   

Le Monde, Mars 2004, Pierre Gervasoni

Fausto Romitelli, Professor Bad Trip (CD)

Né en 1963, l'Italien Fausto Romitelli exacerbe dans ses oeuvres la problématique d'une génération de compositeurs qui se refusent à couper la création contemporaine du monde musical environnant. Encore sous le charme du rock symphonique des années 1970 (évidente influence de Pink Floyd), Romitelli se situe dans une veine psychédélique qui recherche l'extase par des répétitions obsessionnelles, rêveuses ou frénétiques. Présentée sur ce disque, de Seascape (fondé sur les souffles remixés d'une flûte à bec contrebasse) à Trash TV trance (rythmé par les distorsions d'une guitare électrique), la trajectoire de Romitelli atteint un sommet avec le déjà célèbre Professor Bad Trip (1998-2000), pour ensemble et électronique. Des myriades de cellules mélodiques y traversent un espace synthétique criblé de sons sales. Quand elle est conduite avec le métier de Romitelli et avec le professionnalisme d'Ictus, l'hybridation des sources peut aboutir à une étonnante pureté d'expression.

   
Tags : Press, Romitelli

Mentioned in this article
Tom Bruwier ,From the Ictus Press-Book & Romitelli