What do the composers Mozart, Debussy, Couperin, Ravel, Messager, Charpentier, Franck and Gounod all have in common? They have all lent their name to one of the blocks of flats in the “Pigeonnier” suburb of Amiens labelled a “sensitive ghetto” by the French authorities as it was home to numerous riots in the 1990s. “The more shameful the building, the more famous the composer was it was named after. It was something of a sociological experiment, it seems”, recalls Karim Bel Kacem, who lived at 23 rue Couperin until he was 17 years old.
   

   
Karim Bel Kacem began to tell this story in The Civil Wars, Milo Rau’s play on civic commitment amongst young Europeans. While France was only just beginning to realise the consequences of its disastrous urban planning of the past thirty years, the young artist returned to the place where he grew up. The decision to turn it into a musical piece was an obvious one – what if this clumsy and potentially condescending “sociological” study of place names could actually make some sense of it all? And what if the sublime Leçons de ténèbres composed by Couperin had something to teach about the issue of young people left to their own devices in the shadow of cement and great music?
   

Wat hebben componisten Mozart, Debussy, Couperin, Ravel, Messager, Charpentier, Franck en Gounod gemeen? Ze gaven hun naam aan een van de gebouwencomplexen (“duiventillen”) van “Pigeonnier”, een beruchte cité in Amiens die door de Franse overheid op de lijst van “probleemgetto’s” is gezet en waar in de jaren 90 vaak rellen uitbraken … “Hoe lelijker het gebouw, hoe beroemder de componist naar wie het genoemd werd. Blijkbaar was het een sociologisch experiment”, aldus Karim Bel Kacem, die tot zijn 17e in de rue Couperin 23 woonde.
   

   
Karim Bel Kacem begon zijn relaas van dit verhaal in The Civil Wars, het stuk van Milo Rau over het burgerengagement van de Europese jeugd. Terwijl Frankrijk nu pas de schade begint op te meten die zijn rampzalige wijkplanning de voorbije dertig jaar heeft aangericht, keert de jonge artiest terug naar de plekken waar hij is opgegroeid. De idee om er een muziekstuk over te schrijven, dringt zich op. Stel dat die ongelukkige en mogelijk neerbuigende “sociologische” toponymie tot een zinvol project zou kunnen leiden? Stel dat we uit de sublieme Leçons de ténèbres van Couperin iets kunnen leren over deze aan hun lot overgelaten jongeren, tegen een achtergrond van asfalt en de grote muziek?
   

Quel est le point commun entre les compositeurs Mozart, Debussy, Couperin, Ravel, Messager, Charpentier, Franck et Gounod ? Ils ont donné leur nom à l’une des barres d’immeubles du « Pigeonnier » d’Amiens, banlieue listée « ghetto sensible » par les autorités françaises, foyer d’émeutes répétées dans les années 90… « Plus le bâtiment était disgracieux, plus le compositeur qui lui prêtait son nom était célèbre. Une expérience sociologique, paraît-il », se souvient Karim Bel Kacem, qui a vécu jusqu’à ses dix-sept ans au 23 rue Couperin.
   

   
Cette histoire, Karim Bel Kacem a commencé à la raconter dans The Civil Wars, la pièce de Milo Rau sur l’engagement citoyen des jeunes européens. Alors que la France ne commence qu’à mesurer les conséquences de sa planification désastreuse des cités depuis trente ans, le jeune artiste revient sur les lieux qui l’ont vu grandir. Le choix d’en tirer une pièce musicale s’impose : et si cette toponymie « sociologique », maladroite et possiblement condescendante, pouvait produire du sens ? Et si les sublimes Leçons de ténèbres composées par Couperin avaient quelque chose à apprendre au sujet de cette jeunesse laissée à son sort, à l’ombre du bitume et de la grande musique ?